Ruud Schoolenaar en Theo Vermeulen zijn al jaren dikke vrienden. Eigenlijk al vanaf de tijd dat ze niet zo dik waren. Kun je nagaan hoe lang dat al is! Samen vormen ze een duo dat je niet snel vergeet, al is het maar vanwege hun humor en opvallende verschijning. Theo vergelijk ik dan met Olivier B. Bommel en Ruud is gewoon Ruud.

Ruud heeft een groot hart. En dat is maar goed ook, want hij heeft bakken vol liefde te geven. Hij is een geboren verhalenverteller en neemt je graag mee op een avontuur vol nostalgie, humor en een vleugje overdrijving – al ziet hij dat zelf anders. Of je nu wil of niet, je luistert geboeid naar al die verhalen die ’s nachts in de club afspelen. Saai wordt het nooit bij Ruud. Hij is markant, charmant, en iemand die je met een glimlach achterlaat, al is het soms een vermoeide glimlach van al dat luisteren.

De Nationale Overwinning: Slachtduiven als Kampioenen

Ruud loopt graag op de grens van wat wel en niet mag. Niet om anderen dwars te zitten, maar gewoon omdat hij een eigen kijk heeft op de wereld. Een perfect voorbeeld hiervan is zijn legendarische overwinning op de nationale vlucht Orleans, ongeveer twintig jaar geleden.

Ruud wist met zijn jonge duif de eerste prijs te winnen op de vlucht Orleans, en niet zomaar: het was een nationale overwinning. Dat is iets wat men in de duivensport nooit vergeet. De prestatie zorgde voor veel ophef, vooral toen bleek dat de winnende duif was gekweekt uit twee slachtduiven – duiven die oorspronkelijk als “niet goed genoeg” waren bestempeld door hun vorige eigenaar.

Ruud werd overspoeld met telefoontjes van mensen die de duif wilden kopen. De bedragen die geboden werden, waren indrukwekkend, maar er was één probleem: de duif had geen stamboom. Een vriend stelde voor om “even” een stamboom in elkaar te zetten. Dat zou de waarde van de duif met een paar duizend euro verhogen. Maar Ruud had zo zijn principes. “Daar begin ik niet aan,” zei hij vastberaden.

De duif werd uiteindelijk verkocht, zonder stamboom, en de opbrengst ging naar de oorspronkelijke eigenaar van de slachtduiven. “Eerlijk duurt het langst,” zei Ruud later met een glimlach. En dat typeert hem: een man met humor, een groot hart en een scherp gevoel voor rechtvaardigheid.

Oud maar nog niet Moe

Ondertussen is Ruud de 78 al gepasseerd, maar hij laat zich niet stoppen. IJzer verzamelen en verkopen? Geen probleem. Duiven houden? Hij heeft alles in de vingers. Slachtduiven, sierduiven, postduiven – ze zitten allemaal gezellig bij elkaar op zijn hok. Ruud doet het met liefde en bewijst dat vakmanschap meer waard is dan een dure stamboom. Tegen grote namen zoals Beckers en De Graaff laat hij regelmatig zien hoe het moet.

Ruud en de Club

Binnen de club is Ruud onmisbaar. Of het nu gaat om een goed verhaal, een sterke kop koffie of het regelen van duivenmanden, je kunt altijd op hem rekenen. Al laat hij het sjouwen liever aan een ander over. “Te veel druk op de darmen,” zegt hij dan met een knipoog.

Maar niet iedereen houdt van Ruud. De azijnzeikers – je kent ze wel – hebben altijd wat te zeuren. “Laat ze lekker rechts hangen,” zegt hij nonchalant. Voor mensen zoals ik is Ruud een held. Zijn humor, zijn verhalen en zijn kijk op het leven maken hem uniek.

Een Vriend voor het Leven

En Theo? Die staat altijd aan Ruuds zijde, lachend om zijn grappen en genietend van hun vriendschap. Samen zijn ze een duo waar de club niet zonder kan. Dikke vrienden – in alle opzichten.

Ruud en Theo, twee bijzondere mannen die de duivensport kleur geven met hun verhalen, humor en unieke persoonlijkheden. Het zou een saaie boel zijn zonder hen! 🎉

 

Dikke Vrienden